Sloebers

De allerjongste leden zijn de sloebers (6-8 jaar). De sloebers houden van fantaseren en dat wordt geïntegreerd in de spelen. Ze dompelen zich samen met de leiding onder in de wereld van trollen en heksen, prinsen en prinsessen en andere sprookjesachtige figuren. Omdat de sloebers nog heel individueel ingesteld zijn, is het voor deze groep belangrijk om te leren in groep te spelen en samen ervaringen op te doen. Die spelen zijn nooit te ingewikkeld, maar wel concreet en fantasierijk. Ook op kamp zijn de jongste Chiroleden welkom om samen te ravotten in de bossen. Hier komen ze voor één week mee in plaats van tien dagen.

Speelclub

Klein, maar niet meer de kleinsten: de speelclub (8-9 jaar). Speelclubbers houden van spelen, zo simpel is dat! Ze ontdekken de wereld en zijn onnoemelijk nieuwsgierig. Ze dollen en rennen door het bos, verkleden zich en kruipen allemaal samen voor of zelfs in de poppenkast. Of ze trekken eropuit voor een tocht vol spelletjes, plezante liedjes en gekke opdrachten. Ze worden ook al wat mondiger: de leiding zal het geweten hebben! Bij de speelclub leren kinderen al wat meer samen spelen. Vriendschappen (en kliekjes!) ontstaan, banden worden gesmeed.

Rakwi

De 9- tot 12-jarigen hangen samen met hun rakwileiding de aap uit. Ze ravotten zich te pletter, trekken eropuit met de fiets en lopen zich de ziel uit het lijf bij een supergroot bosspel. Soms maken ze de gekste creaturen in klei en verkleden ze zich in monsters en draken. Regen en wind houden hen niet tegen om buiten te ravotten. Het liefst springen ze dan nog in een grote plas om lekker vuil te worden. Rakwi’s zijn sterk in het verzamelen van heel wat speledingen, waarmee de leiding toffe spelen verzint.

Tito

De tito’s (13-14 jaar) trekken eropuit met de fiets of met de trein om in de een of andere stad een groot zoekspel te doen. Keihard ertegenaan gaan in een pleinspel en graag winnen, door tactiek of door snelheid. Stilvallen om te zwijmelen over een superster of om de laatste stand van zaken in voetballand te bespreken, hoort erbij. Ze schminken zich om het gekst voor een show en zomerse zondagen eindigen steevast in een waterfestijn. Kortom: typisch tito’s.

Keti

De keti’s (15-16) trekken op avontuur, doen een tweedaagse tocht in de natuur met rugzak en kompas of bouwen zelf een vlot om de rivier over te steken. Ze beulen zich af in een zelfverzonnen sport, of zetten hun lokaal volledig op z’n kop om het een nieuwe look te geven. Het zijn rasacteurs en het duurt vast niet lang voor hun eerste fotoroman verschijnt in een zelf uitgegeven ketiblad.

Aspi

De oudste afdeling (17-18 jaar) neemt het er goed van en wisselt hevige spelen af met stevige babbels in het gezelligste hoekje van het lokaal. Af en toe staan ze stil bij ‘leiding zijn’ of proeven ze van het leiden van een jongere afdeling. Ook al zijn ze de oudsten, toch leven ze zich heel graag uit in een leuke tocht, een boeiende quiz, een goed discussiespel, een uitdagende knutselactiviteit of een levensgroot gezelschapsspel.